Op 28 juni 2021 werd de Raad voor de rechtspraak (de

‘Raad’) door het ministerie voor Rechtbescherming advies uit te brengen inzake de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie (het ‘Wetsvoorstel’).  Download hier de volledige uitspraak

Als u nu zonnepanelen koopt, betaalt u nog 21% BTW over de aanschaf en installatie van zonnepanelen. U kunt deze BTW terugvragen bij de Belastingdienst omdat u als ‘kleine ondernemer’ stroom tegen vergoeding teruglevert aan het energiebedrijf. U moet dan dus een beroep doen op de kleineondernemersregeling voor de BTW. Dit vergt administratief veel van u, maar ook van de Belastingdienst. Om de administratieve lasten voor zonnepaneelhouders en de Belastingdienst te verminderen en investeringen in zonnepanelen te stimuleren, gaat het kabinet gebruik maken van een nieuwe mogelijkheid uit de BTW-richtlijn. EU-lidstaten mogen namelijk het BTW-nultarief toepassen op de levering en installatie van zonnepanelen op en in de onmiddellijke nabijheid van particuliere woningen, huisvesting en openbare en andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van algemeen belang. Het nultarief gaat hoogstwaarschijnlijk per 1 januari 2023 alleen gelden voor woningen en niet voor bedrijfspanden die worden volgehangen met zonnepanelen. Hiervoor ligt nu een conceptvoorstel ter internetconsultatie.

Op 20 mei 2022 heeft de Hoge Raad beslist dat belastingplichtigen die te laat bezwaar hebben gemaakt tegen een te hoge heffing in box 3 van de inkomstenbelasting juridisch gezien geen compensatie hoeven te krijgen. De staatssecretaris van Financiën heeft inmiddels laten weten hij toch nog eens goed wil kijken naar de situatie van de niet-bezwaarmakers en kleine spaarders ‘omdat het niet goed voelt vanuit het rechtsgevoel’. De kans dat alle belastingplichtigen die de afgelopen jaren box 3-heffing hebben betaald gecompenseerd worden, is echter heel erg klein. Het kabinet is momenteel druk bezig met het zoeken van financiële dekking voor de  box 3-compensatie van de belastingplichtigen die wél bezwaar hebben gemaakt.

De invoering van de nieuwe btw-regels voor onlineverkopen van goederen aan consumenten in de Europese Unie verloopt tot nu toe relatief soepel. De gevreesde chaos bij de Belastingdienst is voorlopig uitgebleven. Maar experts waarschuwen dat het nog te vroeg is om te juichen.

Vanaf 1 juli moeten Europese consumenten over alle spullen die zij online kopen btw betalen. Daarmee komt er een eind aan de vrijstelling voor goederen die buiten de EU online zijn aangeschaft en die minder dan €22 kosten. Zo verdwijnt het concurrentienadeel dat Europese onlineverkopers en retailers met fysieke winkels hadden ten opzichte van niet-Europese e-commerce. Ook de btw-regels voor Europese webshops die klanten hebben in andere EU-landen zijn met ingang van deze maand veranderd.

'Noodspoor'

In het bedrijfsleven en de Tweede Kamer heerste in januari grote twijfel of de Belastingdienst de veranderingen wel aan zou kunnen. Na eerder uitstel hoopte het kabinet dat de wijzigingen nog eens een half jaar vooruitgeschoven zouden worden. Toen bleek dat dit niet ging gebeuren, waarschuwde de Belastingdienst voor grote risico's bij invoering van de nieuwe regels per 1 juli. Ondernemers vreesden voor schade voor Nederland als belangrijke invoerhaven voor Europa. De fiscus kwam met een 'noodspoor' om te redden wat er te redden viel.

Demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën heeft de Tweede Kamer vorige week laten weten dat de gevreesde chaos is uitgebleven. 'De gesignaleerde risico's hebben zich tot dusver niet gemanifesteerd', schrijft de D66-bewindsman. Maar het 'risico op moeilijk beheersbare processen en uitval bij grotere volumes blijft aanwezig'.

Open communiceren

Belastingadviseurs beamen dat de fiscus zich goed staande heeft weten te houden. Bertjan Janzen en Werner Gelderblom van PwC prijzen de inzet om het proces in goede banen te leiden. 'Er zijn technische strubbelingen', zegt Gelderblom, 'maar de Belastingdienst doet enorm zijn best om open te communiceren en op tijd de registratienummers bij onlineverkopers of hun tussenpersonen te krijgen.'

Deze registratienummers zijn nodig om gebruik te kunnen maken van de zogeheten éénloketoplossing die de EU biedt voor de afdracht van btw over de onlineverkoop van goederen. Dit houdt in dat ondernemers in slechts één lidstaat de omzetbelasting kunnen afdragen voor de hele EU, zodat zij niet in elke lidstaat een btw-nummer hoeven aan te vragen om de btw-verplichtingen van die klanten te kunnen afhandelen.

Betalen bij aflevering

Een ander alternatief bij invoer in de EU is dat consumenten bij aflevering van pakketjes zelf de btw betalen aan de bezorger. Maar dat is volgens Janzen geen wenkend perspectief. Zeker niet voor goedkopere spullen, omdat de prijs inclusief btw en afhandelingskosten dan al snel met €10 tot €15 omhoog schiet.

Onlineverkopers en platforms van buiten de EU moeten via een Europese tussenpersoon registratie voor het éénloketsysteem bij invoer aanvragen. Die tussenpersoon is ook verantwoordelijk voor de btw-afdracht.

Systemen testen

Voor de niet-EU-leveranciers is 1 juli een deadline. Als zij meteen gebruik willen maken van de éénloketoplossing voor invoer, moet hun registratie vanaf die datum een feit zijn. 'Als er morgen een pakje met lage waarde van buiten de EU bij de Nederlandse douane aankomt met als eindbestemming Duitsland en de leverancier heeft geen registratienummer in Nederland, dan komt dat Nederland niet in', aldus Janzen.

Onlineverkopers van goederen binnen Europa hebben nog wat langer respijt. Tot begin augustus kunnen zij zich nog registreren, om direct vanaf de eerste aangifte buitenlandse btw aan te kunnen geven in hun kwartaalmelding in Nederland.

Voorlopig succes

De woorden die Vijlbrief in zijn Kamerbrief wijdt aan de afhandeling van de btw baren de PwC-adviseurs zorgen. 'De Belastingdienst is de systemen voor aangifte en inning nog aan het testen, terwijl die over een maand al moeten worden gebruikt', zegt Gelderblom. 'Een belastingaangifte afwikkelen is doorgaans even iets anders dan een aanvraagformulier voor een registratie verwerken.'

Het onverwacht lage aantal aanvragen voor een Nederlands registratienummer heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het voorlopige succes van de fiscus. Halverwege juni stond de teller op 3500, terwijl in januari nog rekening werd gehouden met 30.000 aanvragen. Janzen zegt nog geen signalen te hebben dat ondernemers uitwijken naar andere EU-landen. 'Vooral kleinere bedrijven kijken de kat nog even uit de boom', verklaart hij het geringe aantal aanvragen. 

Lees het volledige artikel: https://fd.nl/economie-politiek/1390025/gevreesde-chaos-blijft-uit-bij-aanpassing-btw-voor-e-commerce

Met de TOGS-regeling kregen ondernemers uit specifieke branches of sectoren die het meest zijn geraakt door de Kabinetsmaatregelen rond het coronavirus, een eenmalige tegemoetkoming ontvangen van € 4.000. Deze is belastingvrij.

Met de TOGS-regeling kregen ondernemers uit specifieke branches of sectoren die het meest zijn geraakt door de Kabinetsmaatregelen rond het coronavirus, een eenmalige tegemoetkoming ontvangen van € 4.000. Deze is belastingvrij. Al snel werd duidelijk dat de in eerste instantie in aanmerking te nemen sectoren en branches niet ruim genoeg was. Deze zijn daarom al twee keer uitgebreid. 

TOGS-uitkering belastingvrij

Besloten is dat over de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) geen inkomsten- of vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden. Alhoewel de tegemoetkoming bedoeld is voor doorlopende vaste lasten, blijven deze wel gewoon voor 100% aftrekbaar van de winst. Dit wordt verwerkt in het Belastingplan 2021.

Wie ontvangt de tegemoetkoming?

U moet aan een aantal voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming van € 4.000:

• Uw onderneming is voor 15 maart 2020 opgericht en ingeschreven in het KVK Handelsregister.

• In uw onderneming werken maximaal 250 personen. Dit blijkt uit de inschrijving in het KVK Handelsregister. 

• De hoofdactiviteit van uw onderneming is op 15 maart 2020 geregistreerd onder een van de vereiste SBI-codes.

• Uw onderneming heeft een fysieke vestiging in Nederland. Dit vestigingsadres is geregistreerd in het KVK Handelsregister.

• Niet-horecaondernemingen verklaren ten minste één vestiging met een ander adres te hebben dan het privéadres van de eigenaar/eigenaren. Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren dus niet gelijk zijn aan het vestigingsadres.

• Uitgezonderd zijn horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30. Zij verklaren in elk geval één horecagelegenheid te huren, pachten of in eigendom te hebben. Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren wel gelijk zijn aan vestigingsadres.

• De tegemoetkoming is eenmalig € 4.000 per onderneming. De tegemoetkoming is dus niet per vestiging.

• Bij de aanvraag wordt een bankrekeningnummer opgegeven dat op naam van de onderneming staat.

Nu veel gemeenten tegen ZZP’ers  zeggen dat schuldhulp verlening voor hun niet  bestaat, gaat

De nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, een groot onderzoek starten  naar de gemeentelijke schuldhulpverlening aan zzp'ers. Dat meldt de ombudsman in een persbericht.

ZZP-ers kunnen vanaf maandag terecht bij een nieuw opgezet meldpunt. Van Zutphen roept hen op om ervaringen met de toegang tot schuldhulpverlening van de gemeente te delen. Dit is belangrijk volgens de ombudsman, omdat 'door deze crisis veel zzp'ers ondanks het steunpakket financieel kopje onder zullen gaan.'

Hij stelt signalen te ontvangen dat ondernemers worden geweigerd of dat schuldhulp voor deze groep niet bestaat. Daarom pleit hij voor het in huis halen van 'voldoende deskundigheid en capaciteit' voor gemeenten, 'zodat zij goed voorbereid zijn op de verwachte toestroom van zzp'ers'.

Zzp'ers hebben recht op schuldhulpverlening

In eerdere rapporten constateerde de ombudsman al dat gemeenten bepaalde groepen burgers, waaronder zzp'ers, uitsluiten van schuldhulp, terwijl dat volgens De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) niet toegestaan is. 

Deze wet is per 1 januari 2021 gewijzigd en hierin wordt nu expliciet aangegeven dat ook zzp'ers recht hebben op schuldhulpverlening.

De Rechtbank Noord-Nederland over het criterium voor de etikettering van de auto als privé- of keuzevermogen. De Rechtbank acht alleen de 500 kilometergrens hierbij van belang. Of minstens 10% van de kilometers zakelijk is, is hierbij niet relevant.

Normaal gesproken moet een ondernemer enkele stappen nemen om te beoordelen of de auto tot het keuze- of verplicht privévermogen behoort. Hij moet als eerste aannemelijk maken dat hij de auto in enige mate zakelijk gebruikt. Als dit het geval is, dan heeft hij in beginsel de keuzevrijheid om de auto als zakelijk of privévermogen te etiketteren. Er bestaat een uitzondering als hij bijvoorbeeld de auto uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (meer dan 90%) gebruikt voor zijn onderneming of privé. Dan volgt er een verplichte etikettering als zakelijk of privévermogen.

500 kilometergrens

De rechtbank oordeelt nu dat die 90%-grens niet van belang is voor de etikettering van auto’s. Als de ondernemer aannemelijk maakt dat hij meer dan 500 kilometers zakelijk rijdt, is er sprake van keuzevermogen. Andersom betekent dit dat als u minder dan 500 kilometers privé rijdt er sprake is van verplicht ondernemingsvermogen. Het is daarbij niet van belang of deze kilometers minstens 10% zakelijk of wel privé zijn.

Je moet aangifte inkomstenbelasting 2020 doen als je van de Belastingdienst een aangiftebrief hebt gekregen waarin staat dat je aangifte moet doen. Je vindt deze brief vanaf half februari ook in de Berichtenbox op MijnOverheid.

De aangifte inkomstenbelasting moet bij de Belastingdienst binnen zijn vóór de datum die in de aangiftebrief staat.  De aangiftebrieven 2020 worden in de maanden januari en februari 2021 verstuurd. Vanaf 1 maart kun je aangifte 2020 doen.

Geen brief, toch aangifte?

Geen brief gekregen? Je moet dan misschien toch aangifte doen.

De Belastingdienst vraagt om zelf te controleren of je aangifte moet doen. Je kunt het controleren door een aangifte voor proef in te vullen op Mijn Belastingdienst. Zolang je de gegevens niet verstuurt, doe je geen aangifte.

Als na het invullen blijkt dat je € 16 of meer terugkrijgt, doe dan aangifte. Dat doe je door de aangifte te versturen.

Als na het invullen blijkt dat je € 47 of meer moet betalen, ben je verplicht om aangifte te doen.

Je kunt gelijk na het invullen de aangifte versturen. Doe dat in ieder geval vóór 14 juli 2021. Je kunt een boete krijgen als de Belastingdienst je na 14 juli vraagt om aangifte te doen.

Uitstel aanvragen

Vraag uitstel aan vóór 1 mei 2021. Je krijgt dan uitstel tot 1 september 2021. De Belastingdienst stuurt binnen 3 weken een brief met de bevestiging.

Buitenlands belastingplichtigen moeten voor 1 juli 2021 uitstel aanvragen. Zij krijgen uitstel tot 1 november 2021.

Overzicht gegevens aangifte

Welke gegevens heb je nodig voor de belastingaangifte 2020? Bekijk het overzicht

De gegevens per categorie op een rij:

Persoonlijke gegevens

• burgerservicenummer (BSN) en dat van uw partner en kinderen

• rekeningnummer

• DigiD en dat van de partner

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) wordt uitgebreid in Q1 2021. Bedrijven en zzp’ers in Nederland kunnen subsidie aanvragen voor hun vaste lasten, wanneer zij aan de voorwaarden voldoen.  Zie website belastingdienst: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-financiele-regelingen/overzicht-financiele-regelingen/tvl/tegemoetkoming-vaste-lasten-mkb-tvl-na-1-januari-2021

Hebt u een eenmalige uitkering van € 4.000 gekregen op grond van de Beleidsregel Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren (TOGS)? Of een Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)? Deze tegemoetkomingen zijn onbelast.